Om netwerk camera’s op een Dahua NVR aan te kunnen sluiten dienen de camera’s rechtstreeks op de PoE poort van de NVR aangesloten te worden of aanwezig te zijn in het netwerk (Bedrijfsnetwerk).
Alle camera’s die rechtstreeks op de NVR switch aangesloten zijn worden automatisch herkent, voorzien van een IP nummer en toegevoegd in de NVR.
Bij gebruik van een Powerline adapters die is aangesloten op de NVR (camera) switch worden de camera’s niet altijd automatisch herkent en voorzien van een ipnummer. Dit komt voor als de ARP functie in de camera niet goed door de Powerline adapters wordt ondersteund.
De oplossing:
Door de camera’s te voorzien van een vast IP nummer in de IP range van de overige camera’s (Camera IP pool) zoals aangegeven in onderstaande afbeelding is de ARP ondersteuning niet nodig.
Standaard krijgen alle camera’s een IP nummer in de 10.1.1.x range. De NVR heeft altijd IP adres: 10.1.1.1
Als er vaste IP nummers worden toegewezen aan camera’s is het raadzaam de IP nummers hoog in de range te kiezen om IP-conflicten te voorkomen.
In dit voorbeeld heeft de camera achter de Power over Ethernet stekker een vast IP nummer: 10.1.1.240 met subnet 255.255.255.0 en gateway 10.1.1.1 .
LET OP: Als de camera een vast IP nummer heeft zet dan de ARP functie UIT.
De ARP (Address Resolution Protocol) functie maakt het mogelijk dat de recorder de Dahua camera kan zoeken en een ip-nummer kan toewijzen. Door deze ARP functie uit te zetten in camera’s die een vast ip-nummer hebben, wordt voorkomen dat de camera’s een dubbele vermelding in de recorder krijgen.
Deze ARP functie kan worden uitgezet in: Setup -> Network -> TCP/IP